Lobbyen op een maatschappelijk verantwoorde manier invullen wordt steeds belangrijker, waardoor belangenvertegenwoordigers vaker de schijnwerpers opzoeken en geleidelijk aan meer informatie vrijgeven over hun specifieke standpunten en politieke activiteiten. Betekent deze trend ook dat er daadwerkelijk meer voor de schermen gewerkt wordt, en dat het momenteel doodstil is inde achterkamertjes? Of draaien de gespreken daar nog steeds op volle toeren, en is er enkel een (beperkte) publieke dimensie bijgekomen? En in welke mate geeft het publiek debat een goed beeld van de discussie achter de schermen, en de actoren die daar aan de touwtjes (proberen te) trekken? In dit artikel gaan ik dieper in op deze vragen, waarbij ik ook enkele relevante inzichten uit recente publicaties over dit onderwerp kort toelicht. Lobbyen op een maatschappelijk verantwoorde manier invullen wordt steeds belangrijker, waardoor belangenvertegenwoordigers vaker de schijnwerpers opzoeken en geleidelijk aan meer informatie vrijgeven over hun specifieke standpunten en politieke activiteiten. Betekent deze trend ook dat er daadwerkelijk meer voor de schermen gewerkt wordt, en dat het momenteel doodstil is inde achterkamertjes? Of draaien de gespreken daar nog steeds op volle toeren, en is er enkel een (beperkte) publieke dimensie bijgekomen? En in welke mate geeft het publiek debat een goed beeld van de discussie achter de schermen, en de actoren die daar aan de touwtjes (proberen te) trekken? In dit artikel gaan ik dieper in op deze vragen, waarbij ik ook enkele relevante inzichten uit recente publicaties over dit onderwerp kort toelicht.
Ik ben zichtbaar, dus ik besta!
Lange tijd hielden lobbyisten zich ver van het daglicht. Hun activiteiten en soms zelfs hun bestaan waren weinig zichtbaar voor het brede publiek. Termen zoals “schimmige lobbyisten” en “achterkamertjespolitiek” danken hieraan hun ontstaan. Vandaag lijken we in een andere wereld belandt. Er is een groot geloof in de noodzaak van transparante wetgevings- en lobbyprocessen, zowel onder beleidsmakers als onder belangenorganisaties en beroepsorganisaties die lobbyisten en public affairs professionals vertegenwoordigen, zoals Bepact in België. Voor veel belangenorganisaties vormt hun maatschappelijk reputatie en publieke zichtbaarheid een permanent aandachtspunt. De idee is dat dit zowel leden tevreden houdt, als meer kansen geeft om op beslissende momenten via de media en de publieke opinie te wegen op de keuzes van beleidsmakers.
In zijn recent gepubliceerde en bijzonder lezenswaardige boek “Lobbyen” stipt Karel Joos, partner bij de internationale public affairs group Interel, de steeds grotere impact van de buitenwereld op de politiek aan als één van de meest fundamentele verschuivingen (p. 259). Hierbij onderstreept hij het toenemend belang van samenwerkingsverbanden om invloed uit te kunnen oefenen. Hij stelt dat “the outside game een factor is die in de toekomst niet meer weg te denken zal zijn in het steunen of aanvallen van het the inside game” (p. 259). Hij moedigt hierbij ook corporate public affairs professionals (de doelgroep van het boek) aan om zich te verdiepen in de technieken van grassroots campagnes, om te vermijden dat deze methodes in de toekomst het monopolie vormen van burgergroepen.
De meest fundamentele vraag is wellicht of zichtbaarheid de beste weg vormt naar een invloedrijke politieke rol. Onbekend is zeker onbemind, ook in lobbyland. Op de radar staan en blijven van beleidsmakers is zonder meer cruciaal. Tegelijkertijd zijn er verschillende manieren om dit te doen, die niet allemaal (even) zichtbaar zijn voor de buitenwereld en ook niet altijd even duurzaam zijn.
De media is niet altijd uw vriend
We kunnen deze discussie ook verbinden met de strategische keuzes tussen verschillende lobby-tactieken. Als belangenorganisatie heb je veel tools en kanalen om je boodschap over te brengen naar beleidsmakers, en de opkomst van sociale media zoals Facebook en Twitter heeft de mogelijkheden enkel nog verder uitgebreid. In de wetenschappelijke literatuur wordt in dit kader een onderscheid gemaakt tussen twee categorieën. Een eerste categorie betreft inside - strategieën, activiteiten via directe contacten, bijvoorbeeld email, persoonlijke gesprekken of deelname aan beleidsconsultaties. Dit gebeurt vaak in een onderhandelingsmodus waarbij het belangrijk is compromissen te kunnen maken Een tweede categorie zijn outside – strategieën. Deze werken eerder indirect, waarbij je via publieke optredens (media interviews, campagnes) het politiek debat of de publieke opinie probeert te beïnvloeden. Hier kiest men vaker voor een confrontatielogica.
In een eerdere column gaf ik al aan dat outside strategieën vroeger als een teken van zwakte werden beschouwd, een gevolg van een gebrek aan toegang tot de politieke arena of de afwezigheid van een luisterend oor bij beleidsmakers. Dit is vandaag niet langer het geval. Veel organisaties combineren tegenwoordig beide strategieën, ook degenen die hun weg op kabinetten en binnen de administratie bijzonder goed kennen. Ze proberen door deze combinatie zowel in dialoog te zijn met beleidsmakers, als de publieke opinie te mobiliseren en op die manier indirect druk te zetten.
Een belangrijke vraag is hoe je outside en inside strategieën op een effectieve manier kan combineren. Politicologen Iskander De Bruycker (Universiteit Maastricht) en Jan Beyers (Universiteit Antwerpen) deden recent onderzoek naar de combinatie van deze strategieën op EU niveau, en de mate waarin ze leiden tot lobby-succes (2019). Ze stelden vast dat outside strategieën vooral effectief zijn als ze gecombineerd worden met andere tactieken, zoals het werken met coalities. Daarnaast bleek de effectiviteit van outside lobbying sterk afhankelijk van het specifieke beleidsdossier. Als zichtbare publieke steun was voor het standpunt van de belangengroep, leidde een outside strategie inderdaad tot meer lobby success. Als dit echter niet het geval was, bleek een sterkere nadruk op inside lobbying een veel betere weg naar politieke invloed. Dit is meteen een belangrijke kanttekening bij lobbyplannen die een al te sterke nadruk leggen op zichtbaarheid en het bespelen van de publieke opinie.
Deze nuance vinden we ook terug in het boek van Karel Joos. Hierin wordt de belangrijke en krachtige rol van de (sociale) media meermaals aantipt. Zo is volgens hem “de hefboom die [burgers en] media onder een dossier kunnen zetten, krachtiger dan ooit, in omvang zowel als in snelheid”, en bieden sociale media hierbij een “ongekend turbo” (30-31). Tegelijkertijd maant hij ook aan tot grote voorzichtigheid. Het betrekken van de media kan immers een heel nieuwe dynamiek tot stand brengen, waarbij “verlies van controle op het verdere verloop, al dan niet totaal, bijna steeds het geval zal zijn”(181).

De onzichtbare weg naar betrouwbaarheid
Hoewel de inside en outside kanalen regelmatig samen bewandeld worden, is de strijd voor en achter de schermen doorgaans heel anders van aard. Voor de schermen zien we inderdaad veel contestatie, waarbij conflict op het scherpst van de snee meestal de modus operandi is. Krantenberichten met als titel “middenveld looft minister voor ambitieuze en goed doordachte beleidsmaatregel” zijn eerder zeldzaam, ook al zouden ze wel veel aandacht trekken. Uit onderzoek naar mediaberichtgeving over lobbyen op Europees niveau blijkt dat stemmen van belangengroepen die kritiek geven op beleidsplannen veel meer kans hebben om via journalisten een megafoon te krijgen (De Bruycker en Beyers 2015). Journalisten vinden het belangrijk om verschillende perspectieven aan bod te laten komen. Hierdoor eindigen we in de media vaak met een stem pro het voorgestelde beleid, geformuleerd door beleidsmakers, en een stem contra, vanuit het maatschappelijk middenveld of bedrijfsleven.
Achter de schermen is er echter regelmatig een heel andere, meer constructieve dynamiek. Waar conflict zorgt voor media-aandacht en de urgentie van een beleidsdossier verhoogt, is overleg en inzicht in elkaars belangen de smeerolie voor politieke compromissen. Vandaar dat achter de schermen dan ook vooral gelijkgezinde partijen, of actoren die een gelijkaardig visie hebben, elkaar opzoeken.
Maar misschien is wederzijds vertrouwen nog belangrijker dan vergelijkbare standpunten. Is er een vertrouwelijk gesprek met deze organisatie mogelijk, kan ik ervan uitgaan dat hun argumenten correct en goed onderbouwd zijn, en dat deze organisatie mij voor of achter de schermen zal steunen als ik dit dossier op de politieke agenda plaats? Dit zijn vragen waarmee een beleidsmaker in zijn hoofd zit als hij afweegt om met een belangenorganisatie in gesprek te gaan.
Dat zijn hoge verwachtingen, waarbij je als beleidsmakers vooral risico’s probeert te beperken en als belangenorganisatie dient te waken over je reputatie als betrouwbare partner. Karel Joos identificeert in dit kader het “bijkleuren” van de waarheid als “het gevaarlijkste wat je in public affairs kunt doen”, aangezien politici dit niet licht zullen vergeten (89-90).
Zichtbaarheid of een sterk publiek profiel is dus niet de eerste kwaliteit die beleidsmakers in belangengroepen zoeken. Het laatste wat je als beleidsmaker wilt, is een openhartig gesprek met een ambitieuze nieuwkomer met veel kennis van zaken, die vervolgens zijn ontgoocheling over de manier waarop je met zijn advies aan de slag bent gegaan deelt met journalisten. Politici en zeker ambtenaren hebben vooral nood aan betrouwbare partners, met wie ze duurzame relaties kunnen opbouwen en waarmee ze constructief kunnen samenwerken. De vraag is dus of meer nadruk op zichtbaarheid, die vaak leidt tot meer communicatie naar een breed publiek en een sterkere focus op de publieke opinie, ook resulteert in betere relaties tussen belangengroepen met beleidsmakers.
Karel Joos (2019). Lobbyen. Inzicht, Invloed, Impact. Hoe bedrijven beleidsmakers kunnen overtuigen. LannooCampus
De Bruycker, I., & Beyers, J. (2019). Lobbying strategies and success: Inside and outside lobbying in European Union legislative politics. European Political Science Review, 11(1), 57-74.
De Bruycker, I., & Beyers, J. (2015). Balanced or Biased? Interest Groups and Legislative Lobbying in the European News Media. Political Communication, 32(3), 453-474.
Dit artikel verscheen eerder in Community, het vakblad van de Belgian Society of Association Executives.
Opmerkingen