top of page

De onzichtbare weg naar invloed

Bert Fraussen

Wat is als belangenorganisatie of lobbyist je belangrijkste politieke doelstelling? Een grote impact op relevante beleidsmaatregelen zou hier een logisch antwoord zijn. Politieke invloed is echter heel onzeker en erg variabel. Zelfs met de perfecte lobbystrategie blijft de invloed van één organisatie afhankelijk van verschillende externe factoren, zoals partijpolitieke voorkeuren, publieke opinie, media-aandacht, en competitie met andere belangenorganisaties. Om deze redenen varieert zelfs de invloed van zogenaamde “lobbying powerhouses”, organisaties die een hoog niveau van toegang genieten tot beleidsmakers en journalisten, vaak van dossier tot dossier.

 

Je kan als organisatie je politieke doelstellingen dus beter in een breder kader plaatsen. Zo kan je in je politiek engagement drie dimensies onderscheiden: contacten zoeken, toegang genieten, en prominent zijn. Wat dit betekent , en welke activiteiten kunnen voor- en achter de schermen bijdragen aan het realiseren van deze drie doelstellingen?

 

De eerste dimensie betreft de intensiteit waarmee je zelf contact zoekt met beleidsmakers, zoals ambtenaren en politici. Hier neem je als organisatie zelf het initiatief en bepaal je de frequentie en intensiteit. Voorbeelden hiervan zijn het bekendmaken van politieke standpunten via je website of sociale media, of deelname aan consultaties die voor iedereen toegankelijk zijn, zoals internetconsultaties. De mate waarin je contact zoekt, wordt voornamelijk bepaald door je eigen ambities en inspanningen. Buiten je eigen tijd en middelen, staat hier eigenlijk geen limiet op. Dit kan heel zichtbaar, via bijvoorbeeld de sociale media, maar net zo goed onzichtbaar, zoals emails met beleidsstandpunten.

 

De tweede dimensie, de mate waarin je toegang geniet tot beleidsmakers, geeft inzicht in hoe beleidsmakers reageren op jouw initiatieven. Denk bijvoorbeeld aan gesprekken met (medewerkers van) een minister, of deelname aan een besloten (en dus per definitie exclusief) comité van experten of adviesraad. Het cruciale verschil met de vorige dimensie is dat de mate van toegang het resultaat is van een ruilrelatie. Hierbij functioneren beleidsmakers als sluiswachter of “gatekeeper”, en zullen zij de politieke poorten enkel openen als de “middelen” die jouw organisatie kan aanbieden, goed aansluiten bij hun specifieke behoeften. Heb je bijvoorbeeld relevante beleidsexpertise die weinig andere stakeholders kunnen aanleveren? Of spreek je namens een groep in de samenleving die een minister graag dichter bij beleid wil betrekken om zo een breder draagvlak te krijgen, en misschien ook een betere beleidsimplementatie? Ook een breed netwerk, of een sterke aanwezigheid in klassieke en online media, kan van jouw organisatie een interessante partner in beleidsvorming maken.

 

Maar misschien moet je als organisatie vooral prominent proberen te zijn? Dit verwijst naar een bepaalde status, namelijk top-of-mind zijn bij beleidsmakers, doordat zij een sterke (positieve) associatie hebben tussen jouw organisatie en een bepaalde beroepsgroep, sector of maatschappelijk thema. Een sterke mate van issue ownership, met andere woorden. Als het over ‘het bedrijfsleven’ gaat, denken we bijvoorbeeld snel aan VNO-NCW, terwijl er zich natuurlijk (veel) meer organisaties zich (vanuit diverse invalshoeken) met dit thema bezig houden. Deze status kan je ook verliezen, als je representativiteit in twijfel getrokken wordt door beleidsmakers of (een deel van) je achterban, met als gevolg dat je het politiek podium moet gaan delen met andere organisaties, die claimen eenzelfde belang (beter) te vertegenwoordigen. Deze dynamiek is,bijvoorbeeld, LTO niet onbekend.

 

Het is niet eenvoudig deze mate van erkenning en herkenning te bereiken. Het is vereist namelijk niet alleen dat je gekend bent, maar ook dat je door beleidsmakers als een cruciale gesprekspartner wordt gezien op een bepaald thema. Om duurzaam politieke invloed te kunnen uitoefenen, moet de focus van een belangenorganisatie daarom eerder op het pad naar prominentie liggen.

 

Dit is een eerder onzichtbare weg naar invloed. Het vereist het opbouwen en onderhouden van relaties, ook los van dossiers die momenteel (hoog) op de politieke agenda staan. Op die manier ontstaat namelijk duurzaam en wederzijds vertrouwen. Is er een vertrouwelijk gesprek met deze organisatie mogelijk? Kan ik ervan uitgaan dat hun argumenten goed onderbouwd zijn en gedragen worden door hun achterban? Zal deze organisatie mij voor of achter de schermen steunen als ik dit dossier op de politieke agenda plaats? Dit zijn vragen waarmee een beleidsmaker in zijn hoofd zit als hij afweegt om al dan niet met een belangenorganisatie in gesprek te gaan, en bijvoorbeeld al in de vroegste fase van het beleidsproces bepaalde voorstellen met hen af te toetsen, of hen te informeren over toekomstige beleidsontwikkelingen.

 

Om inzicht te krijgen in macht, is het daarom meer waardevol na te gaan welke organisaties prominent of top-of-mind zijn met betrekking tot bepaalde thema’s. Dit zijn namelijk organisaties wiens belangen altijd op de radar staan, zelfs als ze niet mee aan tafel zitten.


Deze column verscheen eerder in het Liberaal Journaal van de TeldersStichting




Comments


bottom of page