top of page
  • Bert Fraussen

Waarom verenigingen niet ontsnappen aan de kracht van het verleden

Als de kracht van verandering ergens te vinden is, is het misschien wel in het verenigingsleven. Nieuw opgerichte verenigingen vormen hiervoor een belangrijke motor. Ook bestaande organisaties staan echter niet stil, en passen regelmatig hun werking aan. Erfenissen uit het verleden wegen hierbij echter zwaarder dan vaak aangenomen wordt.

Traditioneel lichten veel organisaties om de 5 of 10 jaar hun werking grondig door. Op zo’n moment worden vaak essentiële componenten van de organisatie kritisch onder de loep genomen, zoals bijvoorbeeld de centrale missie, interne structuren, of de wijze waarop leden en stakeholders in de werking van de vereniging betrokken worden. Deze discussie vindt echter niet plaats in een organisatorisch vacuüm. Hoewel het vaak niet expliciet erkend wordt, geven beslissingen uit het verleden in sterke mate vorm aan de onderwerpen die op tafel belanden.

Dit fenomeen wordt “padafhankelijkheid” genoemd, verwijzend naar hoe eerdere keuzes de manoeuvreerruimte in toekomst beperken en het blikveld van een organisatie kunnen vernauwen. Eens een vereniging bijvoorbeeld besloten heeft op een bepaalde doelgroep te focussen, is het zeer moeilijk om deze beslissing om te keren, ook al zou dit in de huidige omstandigheden misschien aangewezen zijn. Een dergelijke maatregel zou immers de kern van de vereniging fundamenteel veranderen en de waarde van eerdere investeringen tenietdoen. Ook voor werknemers van het eerste uur, en huidige leden en stakeholders, kan een dergelijke beslissing soms moeilijk te verteren zijn. Hetzelfde geldt voor structurele kenmerken van een organisatie. Eens een gedecentraliseerde werking met lokale afdelingen op poten staat, is het allesbehalve eenvoudig deze beslissing terug te draaien, of bijvoorbeeld deze regionale kantoren te integreren in provinciale koepels.

"Door de kracht van het verleden meer expliciet te erkennen, kunnen organisaties een scherpere blik op hun toekomst krijgen."

In een zeer boeiend recent boek, Organizing for Democracy, toont Kathleen M. Blee aan dat zelfs kleine, pas opgerichte burgerorganisaties niet ontsnappen aan deze kracht van het verleden. Intuïtief zou je verwachten dat vooral oude organiaties gebukt gaan onder padafhankelijk, gezien hun vaak zware organisatiestructuur. Zij toont echter overtuigend aan dat de keuzes die deze groepen in de eerste dagen van hun bestaan maken, zoals de thema’s die ze onder de belangstelling willen brengen en het soort activiteiten die ze hiervoor zullen opzetten, de actieruimte voor toekomstige initiatieven aanzienlijk verminderen. Eens een bepaald idee verticaal geklasseerd is, blijkt het zelfs in zeer informele organisaties bijzonder moeilijk om hierop terug te komen. Vaak wordt er verondersteld dat men zaken op een bepaalde manier aanpakt “omdat we dit nu eenmaal altijd al zo gedaan hebben”.

Beslissingen die in eerdere omstandigheden optimaal waren, kunnen vandaag echter door de werkelijkheid achterhaald zijn. Helaas is het meestal zo dat men enkel in momenten van crisis in het verleden start te graven, en opties die eerder in de koelkast gestoken werden terug in overweging durft te nemen. Op dat moment is het echter al vaak te laat om nog een betekenisvolle koerswijziging te kunnen realiseren.

bottom of page