Het was een opvallend bericht in De Tijd van 13 september, de vraag van Unizo naar een belastingknip voor eenmanszaken in het kader van de aankondiging van hun verkiezingsmemorandum. Geen ideale timing zou je denken, maar het doel betrof hier niet de gemeenteraadsverkiezingen van 14 oktober, wel de Vlaams en federale verkiezingen van 26 mei 2019. Het feit dat dit memorandum een prominente plaats kreeg op hun event en ook enige media-aandacht genoot, geeft aan dat verkiezingen ook voor belangenorganisaties een heel belangrijk moment zijn.
Tijdens de campagne gaat de aandacht vooral naar politieke partijen, die elk hun thema in de markt proberen te zetten, en individuele politici die zo zichtbaar mogelijk proberen te zijn in de hoop daarmee de aandacht en vervolgens de stem van de kiezer te krijgen. Het is allesbehalve eenvoudig om je als belangengroep tussen al dit gekrakeel en gewoel te nestelen. Waarom ontplooien belangengroepen dan toch allerhande activiteiten tijdens deze periode? Drie motieven kunnen hier een rol kunnen spelen: de verkiezingsuitslag beïnvloeden, profileringsnood, en het vormgeven van de beleidsagenda van de volgende coalitie.
De uitkomst van verkiezingen beïnvloeden is zeker in ons meerpartijensysteem met coalitieregeringen bijzonder moeilijk en risicovol. Zichtbare steun aan één bepaalde partij kan namelijk averechts uitwerken indien een andere partij vervolgens aan de macht komt. Er zijn weliswaar belangengroepen die sterk gelinkt aan zijn bepaalde partijen. Voor het overgrote deel van het middenveld ontbreken deze geprivilegieerde relaties, en is het dus verstandig relaties met diverse politieke partijen te onderhouden. Je weet immers nooit wie er de volgende keer aan de knoppen zal draaien.
Bepaalde activiteiten, zoals het publiek maken van verkiezingsmemoranda of evaluaties van hoe partijprogramma’s scoren inzake ondernemingsklimaat of leefmilieu, dienen uiteraard ook interne doeleinden. Zo is de campagne een logisch moment om (lobby) prioriteiten te stellen voor de volgende regeerperiode, en deze vervolgens te vertalen in een actieprogramma. Bovendien verwachten leden soms ook dat de organisatie aanwezig is in het politieke debat, en de eisen van zijn leden kenbaar maakt. Media-optredens en opiniestukken in kranten kunnen een interessant instrument zijn om alvast de achterban tevreden te houden.
De zichtbare activiteiten zijn echter slechts het topje van de ijsberg. Om de beleidsagenda van de volgende regering vorm te geven, is het essentieel om al ruim voor de start van de campagne veel werk te verzetten achter de schermen. Het ultieme doel is je programmapunten in het regeerakkoord te krijgen, en de weg daarnaar toe verloopt vaak via de verkiezingsprogramma’s van de partijen. Zoals Danni van Assche, gedelegeerd bestuurder van Unizo aangaf in hetzelfde artikel “De partijen zijn nu hun verkiezingsprogramma aan het opstellen en wij willen daarop wegen.” Verkiezingscampagnes mogen dan wel een kortstondig piekmoment van politiek debat en aandacht vormen, zonder een strategisch meerjarenplan is het moment waarop veel belangenorganisaties roepen in de woestijn. Verkiezingen vormen voor belangengroepen een moeilijke oefening tussen enerzijds onpartijdig blijven, en anderzijds toch scherp op de radar van politieke partijen staan.